Rosanne Kropman (39) is freelance onderzoeksjournalist voor Follow the Money en eindredacteur voor De Correspondent. Daarnaast werkt zij aan een boek over vernietigingskamp Sobibor.
Door: Robin Zweep
Hoe ben je in de journalistiek beland?
“Toen ik op de middelbare school zat, wilde ik al journalist worden en koos daarom voor de studie Media en Cultuur aan de UvA. De opleiding viel tegen en ben toen overgestapt naar Psychologie. Een journalistieke loopbaan raakte uit beeld, maar nadat ik was afgestudeerd kwam het verlangen weer terug. Ik ging werken voor een Engelstalig tijdschrift dat uitkwam in Nederland, en bedoeld was voor Nederlandse expats. Ik mocht daar van alles doen. Zo schreef ik restaurantrecensies, ging ik naar boekbesprekingen en elke twee maanden op persreis. Het tijdschrift was eigenlijk geen echte journalistieke opdrachtgever. Daarna ben ik bij Het Parool gaan werken waar ik het journalistieke vak écht geleerd heb. Uiteindelijk is de journalistiek iets wat je gewoon heel vaak moet doen om er goed in te worden.”
Wat zijn voor jou de grootste uitdagingen tijdens je journalistieke loopbaan?
“In het begin was het moeilijk om een baan te vinden in de journalistiek, want die waren er gewoon niet. De grootste uitdaging waar ik tegenwoordig mee te maken heb is om die verhalen tot een goed einde te brengen, omdat ik alleen nog maar ingewikkelde verhalen. Het kost veel tijd om een goed verhaal te maken. Vaak ben je er weken of maanden mee bezig en daarnaast zijn de belangen groot. Veel partijen willen er namelijk iets over zeggen en uiteindelijk moet dat allemaal goed samenkomen. Het is een ingewikkelde vlecht die je soms moet maken. Je probeert het verhaal op zo’n manier te vertellen dat de lezer het begrijpt maar dat het ook recht doet aan de situatie. Om het overzicht te bewaren helpt het mij om een tijdlijn te maken. Zo kan ik makkelijker bijhouden wanneer wat gebeurde. Daarnaast helpt het dat ik bijna nooit alleen werk, maar met een team van collega’s. Samen kun je overleggen, taken verdelen en sparren over welke kant van het onderzoek je opgaat. Het zijn vaak complexe onderwerpen, dus dan is het fijn als je daarover kunt overleggen. Eindredacteuren zijn ook heel belangrijk in mijn werk.”
Door welke situatie ben je als journalist veel gegroeid?
“Ik heb gewerkt als fixer voor National Public Radio (NPR), de radio 1 van de Verenigde Staten. Maar bijvoorbeeld ook voor de New York Times en Sunday Times. Dat is eigenlijk researchen voor internationale media die in Nederland komen werken. Als je door een internationaal medium uitgezonden wordt dan ben je meestal niet de eerste de beste. De internationale media kwamen in Nederland en hadden mij gevraagd of ik onderzoek wilde doen en interviews wilde regelen. Ik heb daar enorm veel van kunnen afkijken. Daar heb ik ontzettend veel aan gehad. Het is leuk én leerzaam om te zien hoe iemand anders het doet.”
Welke tips heb je voor beginnende journalisten om zich te profileren?
“Werk hard en kies onderwerpen die dicht bij je liggen. Het maakt niet uit op welke manier je dat doet. Als je iets maakt waar je energie van krijgt dan wordt het in de meeste gevallen ook mooier. Ik moet geraakt worden door de onderwerpen waarover ik schrijf. Daarnaast is het belangrijk om te beseffen dat de nieuwe generatie journalisten is opgegroeid met sociale media. Oudere journalisten zijn daar vaak nog niet zo handig mee en die kennis is nu vaak afwezig op journalistieke redactie. Houdt dat in je achterhoofd en doe er je voordeel mee!”